Tags

, ,

Er gaat geen week voorbij of er komt wel ergens een bericht voorbij – zij het op Twitter, Facebook, wijnblog of wijnforum – over de ingewikkelde wijnwetgeving in Duitsland.
Na bijna drie jaar bloggen over Duitse riesling zijn er ook voor ons nog altijd hiaten in onze kennis over hoe alles nu juist in elkaar past.

Daarom beginnen we aan een reeks artikels die de Duitse wijnwetgeving in historisch en economisch perspectief tracht te zetten.
Waarschijnlijk gaat dat ook nog niet 100% volledig zijn. We doen wat we kunnen, en delen alle informatie die we hieromtrent gevonden hebben.

Deel 1: De Duitse wijnbouw in de geschiedenis

Deel 2: De historische voorbode van de Duitse Wijnwet van 1971

Deel 3: De totstandkoming van de Duitse Wijnwet van 1971

Deel 4: De Duitse Wijnwet van 1971

Deel 5: Aanvullingen en aanpassingen na 1971

Terroir versus Oechsle: het ontstaan van de VDP 

Algemeen wordt de Duitse wijnwetgeving door vriend en vijand beschouwd als een ondoeltreffend allegaartje, waardoor een mooie traditie van terroirgedreven klassewijnen teloor is gegaan.
Dat die traditie wel degelijk bestond, bewijzen de hoge prijzen die in het verleden voor Duitse wijnen betaald werden. Zo betaalde men in 1949 voor de Riesling Schloss Johannisberg Auslese 1943 gemakkelijk 12 dollar per fles, terwijl een fles Château Lafite-Rothschild 1943 voor 7 dollar over de toonbank ging.

Liebfraumilch

Enkele decennia later werd de wijnmarkt overspoeld door simpele zoete wijnen uit Duitsland. Liebfraumilch maakte het leeuwenaandeel uit van de wijnexport uit Duitsland, waardoor die flutwijn als maatstaf voor het hele land werd aanzien. De wijnwetgeving van 1971 was hier niet onschuldig aan.

De Duitse wijnwetgeving van 1971 stapte immers af van de herkomst van de wijn als kwaliteitsaanduiding. Alle wijngaarden werden in principe evenwaardig, aangezien er geen wijngaardskwalificatie zoals in Frankrijk werd doorgevoerd. De wetgever oordeelde dat het suikergehalte van de most de kwaliteit van de wijn bepaalde. Hoe meer suiker voorhanden was in de druiven, hoe hoger de kwaliteit van de daaruit verkregen wijn zou zijn. Dat bleek een verkeerd uitgangspunt.
Chaptalisatie werd in de jaren ’70 eerder regel dan uitzondering.
Evenmin werd aan de wijnbouwers een maximumrendement opgelegd.
Dit alles maakte het mogelijk dat kwantiteit boven kwaliteit gesteld werd door veel wijnmakers.

Het was de wijnmaker niet verboden om zich wel op kwaliteit te richten, en vrijwillig lagere rendementen na te streven. Maar wie in dat tijdperk een topriesling wilde maken, was een eenzame strijder, en werd amper opgemerkt door de marktoverspoelende zoet-wijn-zee.

Gelukkig is het tij de laatste 10-15 jaar gekeerd. Een groep dynamische, hoog opgeleide wijnmakers heeft het Duitse wijnlandschap veranderd door zich te verenigen en topwijnen van internationale klasse te gaan produceren.
Ze stapten radicaal af van de Oechsle-benadering van wijnkwaliteit, en zijn ervan overtuigd dat bepaalde wijngaarden onder identieke omstandigheden altijd betere wijnen produceren dan andere. Ze gaan dus terroirs nauwkeurig definiëren, waarbij ze zich dikwijls baseren op oude documenten. Pogingen om ook de wetgever in die zin te overtuigen mislukken.
Dus besluiten deze wijnmakers om zelf een eigen weg in te slaan, naar een alternatieve benadering van het concept “Kwaliteitswijn”.

Even terug in de tijd…

VDNV_1
November 1910: vier regionale wijnbouwersverenigingen verenigen zich tot het Verband Deutscher Naturwein-Versteigerer (VDNV): een verbond dat Duitse natuurwijn (niet aangesuikerde wijnen) op de veiling aanbiedt. De vier regio’s die present tekenden waren Mosel-Saar-Ruwer, Rheingau, Rheinhessen en Pfalz. In 1912 vervoegt de Nahe ook de VDNV.

Wappen_VDNV
De verkoopprijzen van de Duitse wijnen zaten in de lift in die periode. Dat effect werd nog versterkt door WO I: het in- en uitvoerembargo voor wijnen maakte dat de binnenlandse vraag naar wijn (vanwege burgerij en militairen) het aanbod ruim oversteeg. De hoge kwaliteit van de oogsten van 1915 en 1917 stuwde de prijzen nog hoger.
Dan kwamen opeenvolgende crisissen. 1920, 1932, de aanloop naar WO II… Ruim 60% van de Duitse wijnhandel was toen in Joodse handen. Met de opkomst van Hitler was het de wijnmakers verboden om met “niet-Ariërs” handel te drijven. De oorlog zelf vernietigde grote delen van de wijngaarden en wijnbedrijven.
De VDNV bleef ondertussen de wijnveilingen organiseren. Met wisselende resultaten: topprijzen in tijden van hoogconjunctuur, maar armoe troef in crisistijd. De veiling in 1932 was een dieptepunt. Een krantenbericht uit die tijd: “De prijzen op de veiling waren zo laag dat ze nauwelijks de kosten van de wijnproductie compenseerden… In tegenstelling tot alle eerdere veilingen, was het aantal gevallen dat het minimale openingsbod niet werd gehaald groter dan ooit…”
De veiling van 1940 werd verboden omwille van de nakende oorlog. Door de politieke naoorlogse situatie duurde het tot 1955 vooraleer er opnieuw een veiling kon worden georganiseerd.
Door een reeks tegenvallende oogsten werden de leden van de VDNV op de proef gesteld. Aan de ene kant eiste het Verbond kwaliteitsmaatregelen van de wijnbouwers, aan de andere kant vaardigde het DLG (Duitse Landbouw Vereniging) noodmaatregelen uit waardoor het chaptaliseren van wijn toegelaten werd. In de tweede helft van de jaren ’60 van de vorige eeuw bereikte het conflict tussen de VDNV en de andere wijnverenigingen een hoogtepunt. De term “natuurwijn” stond ter discussie, evenals het aanrijken van de most.
Ondanks de sterke aanwezigheid in de leiding van het DWV slaagde de VDNV er niet in  om het concept van “natuurlijke wijn” te vrijwaren. Noch het concept, noch de benaming kon worden behouden.
Met de nieuwe wijnwet van 1971 werd de term vervangen door het Prädikatsysteem en de aanduiding “Kwaliteitswijn met Prädikat.”
Door deze nederlaag overwoog de VDNV, evenals enkele regionale verenigingen, de ontbinding. Op het laatste moment wordt er afgezien van deze stap, en ontbinding van de traditionele vereniging werd afgewend.
Op dat moment krijgt de vereniging een nieuwe naam, en wordt Verband Deutscher Prädikatsweingüter (VDP), een nieuwe voorzitter (Peter von Weymarn van Wgt Heyl zu Herrnsheim, Rheinhessen), en een nieuw statuut met hogere kwaliteitsnormen voor de leden.

VDP_Capsule

Bronnen:
een complete lijst van geraadpleegde bronnen volgt na deze reeks artikels…