Tags
Auslese, Beerenauslese, Cabinet, Deutsches Weininstitut, Duitse Riesling, Eberbach, German wine, Kabinett, Kloster Eberbach, Prädikat, Rheingau, riesling, Spätlese, Trockenbeerenauslese
We hebben de afgelopen jaren themaproeverijen gewijd aan de belangrijkste predikaatwijnen Kabinett, Spätlese en Auslese.
Het waren telkens fascinerende ervaringen, met goede tot grote wijnen. Bij Stefaan rijpte het idee om een reeks artikels over Prädikatsweine te schrijven voor het wijntijdschrift Perswijn. In de loop van 2020 kan je die lezen. Maar voorafgaand aan het schrijven moet er natuurlijk research gebeuren.
Zo gebeurde het dat Gerd, Stefaan en ik eind december 2019 richting Rheingau trokken, op zoek naar de oorsprong van de Prädikatsweine. Met dank aan het Duitse Wijninstituut voor de ondersteuning!
Verslagen van de proeverijen kan je hier teruglezen:
De fenomenale Kabinett degustatie: deel 1, deel 2
Spätlese Special: deel 1, deel 2
De grote gerijpte Auslese degustatie: deel 1, deel 2
Kloster Eberbach
Na een sfeervol diner in Rüdesheimer Schloss en overnachting in het comfortabele gelijknamige hotel in het centrum van Rüdesheim am Rhein zijn we paraat om een volgende etappe toe te voegen aan onze reis in het verleden.
In Kloster Eberbach gaan we op zoek naar de oorsprong van Kabinett.
Beknopte geschiedenis van Kloster Eberbach
Net als Schloss Johannisberg ontstaat Kloster Eberbach in de 12de eeuw. In 1136 stuurde Bernhard van Clairvaux een abt en twaalf monniken naar deze plek om een Cisterciënzerabdij te stichten.
Interessant om weten is dat enkele jaren voordien, in 1116, aartsbisschop Adalbert von Mainz hier een Augustijner kanunnikenorde opricht, die in 1131 al terug afgeschaft wordt. De gebouwen van de abdij werden tijdelijk gebruikt voor een priorij van de Benedictijnen van Johannisberg. Dit stelde de Cisterciënzers in staat om naar de verlaten gebouwen te verhuizen en op basis daarvan een nieuw klooster te bouwen volgens ideale Cisterciënzerideeën.
Die Cisterciënzerideeën liggen aan de basis van de bloeiende status van de abdij. In overeenstemming met de strikte regels van de orde leidden de eerste Cisterciënzers in Eberbach een leven van ascese in onverwarmde, vochtige ruimtes; met een spreekverbod, weinig slaap en een mager dieet. Hun dagelijkse schema bestond uit een harde routine van gebed en werken.
Dankzij efficiënt economisch beheer groeide de abdij van Eberbach in de middeleeuwen uit tot een succesvolle zakelijke onderneming met uitgebreide grondbezit en veel boerderijen. Voor een groot deel was dit te wijten aan de wijnteelt door de Bourgondische monniken, een praktijk die ze hadden overgenomen uit hun thuisland en waarvoor de abdij nog steeds bekend is tot op de dag van vandaag.
Tegen het einde van de middeleeuwen werd Eberbach beschouwd als de belangrijkste speler in de wijnhandel in heel Midden-Europa.
In 1803 wordt het klooster opgeheven. De gebouwen worden niet afgebroken, maar delen van het kloostergebouw worden verder gebruikt als wijnbouwbedrijf. De eigendom gaat eerst over naar de hertog van Nassau, later in 1866 wordt het een Koninklijk Pruisisch wijndomein.
Sinds 1945 behoort Kloster Eberbach tot de Hessische Staatsweingüter.
Rondleiding met gids
Gerd heeft via het Duits Wijninstituut geregeld dat we voor de proeverij een rondleiding krijgen doorheen de kloostergebouwen.
Enige verwarring als we toekomen, omdat de gids ons niet herkent en omgekeerd. Maar na een tijdje spreken we elkaar aan en klaart alle onduidelijkheid op.
Onze gids is Jasmin Bähr, die een ongelofelijke kennis tentoon spreidde. Tip: volg haar account op Instagram, ze is ware wijnfanaat.
Hoe verder we ronddwalen doorheen de immense en indrukwekkende gebouwen, hoe meer informatie we over ons uitgestort krijgen.
Over de bloei van het klooster door de wijnhandel, bijvoorbeeld. In de 15de eeuw was Kloster Eberbach het rijkst wijndomein van Duitsland. De productie overschreed ruim de eigen behoefte en de wijn werd als koopwaar uitgevoerd. Gelegen aan de Rijn was transport van de wijnvaten geen probleem. Als religieuze orde moeten ze ook geen taksen betalen. Daarenboven hadden de monniken in Keulen een eigen handelshuis, het Eberbacher Hof, en hadden ze eigen schepen in bezit. De scheepsvloot vervoerde telkens zo’n 200 Fuder of 1650 hl wijn naar Keulen. Het Kölner Hof ontwikkelde zich tot een belangrijke handelsbasis voor het klooster, omdat de Hanzestad Keulen het centrum was van de toenmalige Noord-Europese wijnhandel.
De wijngaarden bestonden toen vooral uit Pinot Noir. Die werd in de streek “Klebrot” of “Clebroit” genoemd. De wijn werd uitsluitend verhandeld in vaten: flessen bestonden nog niet. In de loop van de geschiedenis vond ook hier een evolutie plaats van rode naar witte druiven, waarbij Riesling de plaats van Pinot Noir innam. Met uitzondering van de wijngaarden bij Assmannshausen, wat tot op heden een eilandje Spätburgunder in Rheingau is.
Jasmin laat ons de eeuwenoude horizontale wijnpersen zien die in de perszaal opgesteld staan. De oudste draagt het jaartal 1668.Cabinet
Omdat wijn verhandeld werd in vaten was Kloster Eberbach ook gekend voor de vervaardiging van wijntonnen. In het jaar 1449 werd het “Grote Vat” (“das Große Fass”) gemaakt: met een inhoud van 70.000 liter was het het grootste vat ter wereld.
De concurrentie tussen de verschillende wijnproducenten in de Rheingau was groot. Zowel in Schloss Vollrads als in Kloster Eberbach kwam men op het idee om de betere wijnen langer te laten rijpen, met de bedoeling om er dan later hogere prijzen voor te kunnen vragen.
In het jaar 1245 gaven de Cisterciënzermonniken van Kloster Eberbach opdracht om de schrijfkamer, “Fraternei”, om te bouwen en uit te breiden zodat die als schatkamer kon gebruikt worden. In een speciaal gebouwd keldergewelf hiervan zouden de beste wijnen van het wijngoed van het klooster bewaard worden. Dat gewelf kreeg later de naam “Cabinet Keller”.
De eerste vermelding van de term Cabinet met betrekking tot een wijn dateert van het jaar 1712. Kloster Eberbach gaf de chique Franse benaming “Cabinet” aan de meest prestigieuze wijnen van het wijngoed, die baat hadden bij wat bewaring.
Volledigheidshalve dient vermeld dat ook Schloss Vollrads, op een boogscheut van Kloster Eberbach, aanspraak maakt op de eerste vermelding van Cabinet met betrekking tot wijn.
In de Cabinet Keller werden wijnen tussen de vijf en drieëntwintig jaar op vat bewaard alvorens vrijgegeven te worden voor de handel.
De term Cabinet stond sindsdien voor de hoogste kwaliteit van de wijnen gerijpt in de Cabinet Keller. En dat bleef lange tijd zo, tot in 1971. De Duitse Wijnwet van 1971 eigende zich immers de term Kabinett toe als een van de Prädikatsbenamingen.
Bij Kloster Eberbach houdt men echter hardnekkig vast aan Cabinet als een aanduiding van de betere wijnen van het bedrijf, zoals later tijdens de degustatie zal blijken.
Met oprechte dank aan het Duitse Wijninstituut voor de ondersteuning!
Lees ook: Een reis naar de oorsprong van Prädikatsweine: Schloss Johannisberg (deel 1)
Lees ook: Een reis naar de oorsprong van Prädikatsweine: Schloss Johannisberg (deel 2)
Lees ook: Een reis naar de oorsprong van Prädikatsweine: Kloster Eberbach (deel 2)
Bronnen:
Schloss Johannisberg
Oxford Companion to Wine – Jancis Robinson
Wines of Germany – Anne Krebiehl
Caesar-michel.de
Duitsewijn.nl
Deutscheweine.de
The Geography of Wine: Regions, Terroir and Techniques
Researchgate.net
St. Anthony
Wikipedia
Heroes of riesling
Kloster Eberbach
Wikipedia Kooster Eberbach
Hessenschau.de
Wikipedia Pinot Noir “Klebrot”
Google Arts&Culture
Wikipedia Cisterciënzers
Die Zisterzienser und ihre Weinberge in Brandenburg
Wein: Geschichte und Genuss
Meer over Prädikatsweine:
Over mostgewicht en graden Oechsle
Kabinett, een kleine geschiedenis
Het Kabinett-probleem: wijnbouw en de opwarming van het klimaat