We hebben net de beste wijnen van het jaar 2013 in enkele overzichtjes gegoten (deel 1, deel 2, deel 3 en deel 4 hier te lezen), tijd dus om al eens naar het jaar 2014 te kijken.
Er zijn in januari nog geen wijnen beschikbaar, maar we kunnen wel al even de oogstberichten overlopen.

De oogst 2014 stelde de wijnmakers voor de nodige uitdagingen, maar door snel en georganiesserd te plukken en een goede selectie uit te voeren hebben ze die uitstekend overwonnen.
Met in totaal 9,3 miljoen hl in Duitsland ligt het oogstvolume 11% boven dat van 2013 en overtreft het ook het gemiddelde van de afgelopen tien jaar van ±9,2 miljoen hl. Dit zorgt gelukkig voor wat rust aan het prijzenfront.
Al bij al presenteert 2014 zich als een jaar met veel potentieel. Volgens het Deutsches Weininstitut (DWI) kunnen wijnliefhebbers een jaargang met harmonische, frisse wijnen tegemoet zien die met zijn overwegend lichtvoetige karakter helemaal aansluit bij de huidige trend.

Op de website van het Deutsches Weininstitut (www.deutscheweine.de) staat een uitgebreid oogstrapport voor alle wijnbouwgebieden. We vatten het voor jullie even samen, met de focus op de voornaamste Riesling-gebieden.

 Mosel:
Het grillige weer in de zomer en in het vroege najaar zorgde voor telkens wisselende perspectieven en confronteerde de wijnmakers met extreme tegenstellingen. De vegetatie was al heel vroeg begonnen met het uitlopen van de knoppen vanaf 10 april. In de tweede helft van april daalden echter de temperaturen. Ook kwam er op 17 mei nachtvorst, met een beetje schade tot gevolg. De bloei zette begin juni in en was tegen het midden van de maand al beëindigd.
De natte zomer zorgde voor een krachtige groei, zodat de producenten bij het werk in de wijngaard hun handen vol hadden. De gezondheid van de stokken was tot augustus goed. Voor problemen zorgden vooral insecten die geprofiteerd hadden van de warme winter. De voor het eerst aan de Mosel geziene Japanse fruitvlieg vormde een bedreiging voor de blauwe rassen. Met een aandeel van 10 procent vormen die echter maar een relatief klein aandeel van de aanplant. Vooral het natte weer ten tijde van de oogst zorgde voor grote uitdagingen. Om gezonde druiven binnen te brengen moest vroeg en snel geplukt worden bij een intensieve selectie.
Terwijl vooral aan de Terrassenmosel substantieel minder geplukt is dan verwacht, konden in delen van de Mittelmosel en in de omgeving van Trier hogere opbrengsten gerealiseerd worden. Het vele werk en de juiste timing bij de pluk beloonde producenten met goede kwaliteit. Het gros van de wijnen ligt tussen Qualitätswein en Spätlese, met voor riesling een gemiddeld mostgewicht van 75° Oechsle. Er zijn echter ook Auslesen, Beeren- en Trockenbeerenauslesen geoogst. De eerste wijnen van 2014 laten hoge extractwaarden zien, zuiver fruit en goed geïntegreerde zuren.

 

Rheinhessen:
Het jaar begon warm en droog, wat tot een extreem vroeg uitlopen van de stokken tussen 4 en 10 april leidde. Daarna was het bibberen door diverse golven van koude poollucht die vooral op 16 april en 4 mei bijna voor nachtvorstschade zorgden. Ook koude nachten in mei droegen ertoe bij dat het begin juni, pas 50 dagen na het uitlopen maar toch nog relatief vroeg, tot het begin van de bloei kwam. Rond Pinksteren werd het warm en verliep de bloei snel en gelijkmatig. Na de bloei was er sprake van een groeivoorsprong van 14 dagen die de wijnbouwers optimistisch stemde. Het weliswaar warme maar extreem natte weer in juli maakte een einde aan de opgetredendroogtestress en bracht een uitbundige groei, zodat in bepaalde percelen tot viermaal toe het bladerdek uitgedund moest worden. Augustus was veel te koel en ook veel te nat. Op veel plaatsen in Rheinhessen viel in die maand zelfs driemaal zo veel neerslag als normaal. Bij de eerste meting van de rijpheid waren de trossen al goed gevuld en gezond. De mostgewichten wezen in de richting van een prima jaargang. September maakte echter een eind aan deze vooruitzichten. Er brak een langdurige periode met zachte temperaturen en vochtigheid aan die in de eerste week van september de gezondheid van de druiven al begon te bedreigen. Door goed beheer in de wijngaard kon dit gevaar afgewend worden. Het eerste optreden van de Japanse fruitvlieg maakte een vroegtijdige pluk van vooral portugieser en dornfelder noodzakelijk. De pluk van dit jaar vroeg sowieso veel aandacht, veel selectie en inzet van veel arbeidskracht. In de eerste week van oktober hadden de meeste wijngoederen in Rheinhessen de pluk met goede kwaliteit afgesloten.

Rheingau:
Het warme voorjaar zorgde al op 7 april voor het vroegste uitlopen sinds het begin van de registratie daarvan in 1955. Het gevaar van nachtvorst is bij een zo vroeg begin van de vegetatiefase hoog: midden april en op 4 mei daalden de temperaturen in enkele wijngaarden tot gevaarlijk dicht bij het vriespunt, echter zonder al te grote schade te veroorzaken. Door een koele weerfase eind mei begon de bloei alleen in de warme wijngaarden al eind mei, verder pas begin juni. De zomer kondigde zich in juni met een korte hittegolf aan. Tot in juli bleef het erg droog, maar de neerslag in de tweede helft van juli compenseerde de tekorten ruimschoots. In juli en augustus regende het dubbel zo veel als normaal. De ziektedruk nam daardoor toe, al hield de koelte in augustus de druiven gezond. Wel werd hierdoor ook de ontwikkeling van die druiven afgeremd. Wie door het juiste loofwandbeheer voor een goede beluchting gezorgd had, kon gezond materiaal oogsten. De pluk begon vanwege de twee weken vroegere rijping van de druiven al midden september. Omdat het op 26 september sterk regende, moesten riesling en spätburgunder vroeger dan gepland geplukt worden.
In 2014 zijn de producenten opnieuw op de proef gesteld, maar ze hebben ook dit jaar de uitdaging overwonnen en zowel kwalitatief als kwantitatief een goede oogst gerealiseerd”, aldus de Rheingauer wijnbouwvoorzitter Peter Seyffardt.

 

Pfalz:
Terwijl in 2013 de stokken pas net zo laat uitliepen als in 1987, gebeurde dat in 2014 bij de riesling 18 dagen eerder dan normaal en daarmee vroeger dan ooit. Nachtvorstproblemen bleven achterwege. De bloei vond begin juni slechts iets vroeger dan gewoonlijk plaats. Bovengemiddelde hoge temperaturen rond Pinksteren leidden tot een snelle ontwikkeling van de trossen. Vanwege het uitblijven van regen moest jonge aanplant eind juni geïrrigeerd worden. De voorsprong in de groei bedroeg eind juli ongeveer drie weken in vergelijking met 2013 en ongeveer tien dagen met het gemiddelde van de afgelopen 25 jaar. Eerste meldingen over het optreden van de Japanse fruitvlieg eisten verhoogde aandacht in de wijngaard en zorgden begin september al voor een vroege pluk van blauwe rassen zoals dornfelder. Tot begin oktober werden bij de witte en late blauwe rassen rijpe en gezonde druiven geoogst. “We hebben druiven met een prima fysiologische rijpheid in de kelder gekregen en kunnen uitgesproken fruitige, frisse en harmonische wijnen verwachten”, zegt Klaus Schneider, vicevoorzitter van Weinbauverband Pfalz. Hoewel hoge mostgewichten op grond van de weeromstandigheden eerder uitzondering dan regel bleven, zijn de eerste jonge wijnen veelbelovend. De witte rassen laten een evenwichtige verhouding tussen fruitzuren en zoet zien bij bescheiden alcoholpercentages.

Nahe:
Zoals in de meeste Duitse wijnbouwgebieden begon de vegetatie ook aan de Nahe met een voorsprong. De riesling liep bijvoorbeeld al op 12 april uit, drie weken vroeger dan gemiddeld. Ook de goed verlopen bloei begon met twee weken voorsprong. Door de regenachtige maand augustus verkleinde die voorsprong wat tot aan het begin van de rijping. Toch was er duidelijk sprake van een vroege pluk, want eind augustus verslechterden de oogstvooruitzichten merkbaar door sterke regenval en plaatselijke hagel. Aan het einde van de zomer waren de wijnbouwers goed te spreken over volle druiven dankzij een zeer goede watertoevoer. Aan het begin van de pluk waren de trossen grotendeels gezond, omdat de koele maand september ook droge perioden kende. Dit was vooral daar waar door goed loofwandbeheer, bodemverzorging en gewasbescherming het optreden van botrytis voorkomen was. Ook veel percelen met silvaner onderscheidden zich door gezonde en rijpe druiven. De beruchte Japanse fruitvlieg dook aan de Nahe wat later op dan in andere gebieden, maar dwong ook hier soms tot een zeer snelle pluk bij blauwe rassen als frühburgunder, regent, portugieser en dornfelder. Percelen met spätburgunder hadden minder last.
De eerste jonge wijnen presenteren zich knisperend fris met goed geïntegreerde zuren.

Lees de rest van het rapport op de website van het Deutsches Weininstitut.

Advertentie